Vaak krijg ik van ouders de vraag waarom er zo`n verschil zit tussen de resultaten van rekenen in de klas en de uitslag van de CITO. Dit heeft (vaak) te maken met de verschillende vraagstelling. In de klas en in het rekenboek wordt er vaak gevraagd naar kale sommen, een rijtje met sommen of bijvoorbeeld een tabel. De CITO vraagt dit heel anders; plotseling staat een verhaal met een afbeelding waar het kind dan de vraagstelling uit moet halen. Een contextsom. En dat is nou nét eventjes anders dan wat ze in de klas oefenen!

Het oefenen van redactiesommen kan op veel verschillende manieren. Onderstaande manieren gebruik ik vaak in de praktijk.
Het gebruik van een stappenplan.
Dat de CITO lastig is kan liggen aan het begrijpen van de contextsom. Of zoals hij vaak genoemd wordt ‘verhaaltjessom’. Het is dus goed om te leren hoe je de som uit het verhaaltje kunt halen door bijvoorbeeld een stappenplan te gebruiken. Onderstaande stappenplan gebruik ik vaak met de kinderen, deze kaart mogen ze erbij houden om elke keer weer even herinnert te worden aan de stapjes die ze kunnen doorlopen. Maar eerlijk is eerlijk; de ene leerling vindt dit super fijn, de andere leerling gebruikt een andere strategie en vindt de kaart onhandig.

Sleutelwoorden in het verhaaltje.
Vaak komt het er op neer dat het voor een kind niet duidelijk is welke bewerking (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen of delen) nu eigenlijk gevraagd wordt in een som. Het gaat er dus om belangrijke informatie uit de gevraagde som af te leiden. Hiervoor kun je vaak de sleutelwoorden uit het verhaal halen. Om sleutelwoorden te ontdekken die vertellen welke bewerking je moet gebruiken lezen we vaak het verhaal en kijken we naar de kaart die helpt de signaalwoorden te herkennen en de koppeling te maken welke bewerking er gevraagd wordt.
Daarnaast vraagt de CITO vaak naar ‘ongeveer’. Wat moet je dan doen? Want als je iets ongeveer mag uitrekenen scheelt dat een denk en rekentijd.

Gebruiken van voorwerpen en tekenen.
De som tekenen om duidelijk te krijgen wat de som die in het verhaaltje verstopt zit precies is, is ook een leuke manier. In groep 3 en 4 doe ik dit vaak nog met echte voorwerpen als munten, knikkers, mandarijnen etc.
Zelf een verhaaltje bedenken!
Tot slot draai ik het vaak om door van een kale som een verhaaltjessom te maken. Op die manier zien de kinderen vaak wat er gebeurd.
Je kunt natuurlijk ook de verschillende manieren combineren. Met luisteren, sleutelwoorden zoeken, tekenen (zien) en voelen wordt het inzicht in de verhaaltjessommen vergroot. Wil je ondersteuning van Stipt-Leren bij het oefenen van de contextsommen? Neem dan contact op met mij voor ondersteuning van deze sommen.
Dat kan met een mailtje naar info@stipt-leren.nl of een telefoontje naar 06-53296537. Of natuurlijk via het contactformulier!
1 Reactie
Een reactie versturen
Volg Stipt-Leren op Social Media

Wat goed om een duidelijk stappenplan te hebben!