
Eind groep 6 krijgen de kinderen te maken met delen groter dan 10. Maar hoe kunnen zij die nou op een handige, efficiënte wijze oplossen? Ik gebruik graag de hapmethode!
De traditionele staartdeling, zoals vele van jullie hem aangeleerd hebben, is gebaseerd op het principe dat je delen kunt zien als het omgekeerde van vermenigvuldigen. Deze uitspraak roep ik al bij de kinderen bij de eerste kennismaking van delingen om ze alvast bewust te maken van dit principe. Sinds de komst van het realistische rekenen is naast de staartdeling nog een manier om deelsommen te maken: de hapmethode. Een prettige manier vind ik zelf omdat ze hierbij het herhaal aftrekken en ‘de uitspraak’ beide toepassen. Want eigenlijk gaan de kinderen van het getal telkens hapjes afhappen tot ze bij nul (of later in groep nul met rest) eindigen.
De hapmethode wordt ook wel eens ‘kolomsgewijs delen’, ‘er naar toe vermenigvuldigen’ of ‘herhaald aftrekken’ in het basisonderwijs genoemd.
Nou klinkt het allemaal moeilijk dan het daadwerkelijk is. Kijk maar eens hieronder, daar is het overzichtelijk in beeld gebracht.

Zoals je ziet wordt er in 3 stappen gewerkt.
1. De eerste stap begint bij het opschrijven van de deelsom. Vanuit daar gaan we kijken naar de deling, Welk getal wordt er gevraagd bij deze deelsom?
2. De deelsom wordt gemaakt met 24. De kinderen hebben de tafels tot de 10 uit hun hoofd geleerd maar tafels met getallen boven de 10 niet meer. Een ‘rekenboom‘ kan hierbij helpen.
Door het getal 24 boven de lijn te schrijven en daaronder de tafels kunnen zij bij het oplossen van de som elke keer even terug kijken. Dat scheelt een hoop rekenwerk uit hun hoofd!
Ik gebruik bewust de getallen 1x, 2x, 4x, 8x, 10x, en 5x. De reden daarvoor is de verdubbel- en halveringsstrategie. Zij kunnen de 24 verdubbelen om 2x uit te rekenen. En 48 verdubbelen om 4x uit te rekenen. 5x kan uitgerekend worden door 10x te halveren. Op die manier is de tafel van 24 is een zeer korte tijd opgeschreven.
Bij het uitrekenen van de som mogen zij ook gebruik maken van het 10x groter en 100x groter principe. Hierbij kunnen zij dus ook 20×24 gebruiken door 2×24 met 10x te vergroten.
3. Nu ga je herhaald aftrekken. Hierbij neem je elke keer een ‘hapje’ van de som. Je gaat door tot je bij de 0 bent.
Dus bij een som als: 1248 :24 gaat er eerst een hap van 960 (40×24) af van 1248, daarna nog eens 240 (10×24) en vervolgens 48 (2×24).
Aan de zijkant noteer je welke hap je er van af hebt genomen. Tot slot reken je al de hapjes (de groene getallen) bij elkaar op.
Dat is je antwoord!
Tot slot krijgen de kinderen in groep 7 ook te maken met delingen met rest. Eigenlijk werkt deze op dezelfde wijze als hierboven.
Echter je gaat door tot het kleinste getal, het getal wat je niet meer kunt aftrekken. Dat is je rest. De rest mag je ook gewoon opschrijven achter je antwoord.

Op deze wijze een deling oplossen heeft zijn voor- en nadelen. Persoonlijk kies ik vaak voor deze wijze. Want ondanks de vele stapjes en de soms ellenlange lijst aan herhaald aftrekken is het wel inzichtelijk voor het kind en zien ze precies welke hapjes er worden afgehaald.
Daarnaast zijn de kinderen met de hapmethode al bekend geraakt in de kleuter klassen. Bij de kleuters begint dat al spelenderwijs. Denk maar eens aan het verzamelen van kastjes in de herfst en de verdeling over de kinderen. Iedereen krijgt er één & als alle kinderen een kastanje hebben gehad krijgen de kinderen er weer één.
Hier gaan de kinderen in groep 3 mee verder en komen ze in aanmerking met het herhaald aftrekken. Weliswaar met getallen tot de 10 maar dit wordt in de latere groepen uitgebreid.
Wil je meer weten over delingen? Of wil je graag hulp bij het aanleren van delingen? Neem dan gerust contact op!
4 Reacties
Een reactie versturen
Volg Stipt-Leren op Social Media

Nu ben ik als ouder heel benieuwd hoe deze methode werkt bij deelsommen met kommagetallen.
Kunt u hiervan een voorbeeld plaatsen? Bijvoorbeeld 4,58:3?
Delen met een kommagetal kan zeker!
Je zou bijvoorbeeld beide getallen met 100 kunnen vermenigvuldigen zodat je geen kommagetal meer hebt. => Dan wordt het 358:300.
Daarna zou je een extra nul of nullen kunnen toevoegen na de komma zodat je 300 er af kunt blijven happen. => 358,0000 :300. Je schrijft dan een komma in het antwoord op zodra je de komma in het deeltal passeert.
goed artikel, heel erg bedankt
werkt heel goed we gebruiken het op school ook